Aflevering 16 - Een nieuwe afspraak


“Pierre Manebrugge?”

Devries kijkt verbaasd naar Pannekoek. Die knikt.

“Maar … dat is toch …”

“Mijn vroegere assistent ja”, vult Pannekoek aan. “Vijftien jaar mee gewerkt. Zoveel zaken mee opgelost.”

Vergauwen komt bij Pannekoek en Devries staan. Hij slaat Pannekoek bemoedigend tegen de schouder.

“Gaat het, man?”

“Nee jong, allez, wat heeft Pierre hier nu weer mee te maken.”

“Mja geen idee, vreselijk”, zucht Vergauwen.

“Die deed nu toch echt geen vlieg kwaad hé”, zegt Pannekoek ontgoocheld.

“Absoluut niet nee, topkerel”, beaamt Vergauwen.

“Een betere assistent bestaat niet, en dan zoiets”, grient Pannekoek.

“Allez, bedankt hé”, zegt Devries half schertsend.

“Je weet wat ik bedoel hé Jorn.”

“Jaja, weet ik wel.”

Wetsdokter De Peuter komt erbij staan.

“Het sporenonderzoek is afgerond, weinig bruikbaars in die ravage daar.”

“Was te denken”, zegt Pannekoek.

“Maar wel dit …”

De Peuter toont een foto op zijn GSM.

“Binnen gemaakt.”

Pannekoek kijkt aandachtig naar de foto.

“Wat staat erop?”, wil Devries ongeduldig weten.

“Wat denk je?”

“Pak me dan, als je kan?”

Pannekoek knikt.

“Gegraveerd in de houten schouw aan de overzijde van de brandhaard”, verduidelijkt De Peuter.

“Het moest blijkbaar zichtbaar blijven, en de dader nam er zijn of haar tijd voor. Knap werk De Peuter, jij stuurt alles door?”

De Peuter steekt zijn duim omhoog en loopt weer naar zijn team.

“Oké Devries, naar kantoor, werk op de plank, ik maak een korte tussenstop en ik kom eraan.”

“Oké chef!”

Een klein halfuur later staat Pannekoek bij het bed van zijn vrouw Gaëlle in het Universitair Ziekenhuis. Druk of niet, een bezoekje af en toe krijgt voorrang op alles en iedereen.

“De toestand verslechtert meneer Pannekoek, er is niet veel reactie meer, de andere parameters blijven wel oké, maar de toestand van uw vrouw biedt weinig reden tot optimisme. U weet dat we het zeggen zoals het is.”

“Zo wil ik het ook”, zucht Pannekoek.

Hij zet zich in de zetel naast het bed en neemt haar hand vast.

“Komaan hé schat, doorbijten, ge kunt het.”

Hij kijkt bezorgd naar de dokter die aan het voeteinde van het bed staat.

“Heeft ze pijn?”

De dokter schudt het hoofd.

“De pijnstilling doet zijn werk.”

“U weet wat ik gezegd heb, dokter. Gaëlle heeft een LEIFF-pas, ze wil dus niet nodeloos afzien en zeker niet gereanimeerd worden als de kans op beterschap onbestaand is.”

“Mja meneer Pannekoek, dat van de LEIFF-pas weten we, geen zorgen daaromtrent, maar bij deze progressieve ziekte A.L.S. is beterschap sowieso onbestaand vrees ik.”

Pannekoek staat op en slaat de dokter zacht tegen de schouder.

“Dan begrijpen we mekaar.”

Hij kust Gaëlle teder op haar voorhoofd.

“Dag lieve schat.”

Er komt geen reactie.

Hij groet de dokter en loopt het ziekenhuis uit.

Hij zet zich in de wagen en plugt zijn mobiele telefoon in. Hij verlaat de grote parking van het Universitair Ziekenhuis.

Plots rinkelt zijn telefoon weer.

ONBEKEND NUMMER

“Pannekoek.”

Er klinkt gefluister aan de andere kant van de lijn.

“Kathedraal, vanavond, 23 uur, alleen deze keer.”

“Hallo? Met wie spreek ik?”

De lijn wordt verbroken.

Pannekoek twijfelt. Moet hij opnieuw zijn collega’s verwittigen, laten uitzoeken waar het nummer vandaan komt, een val opzetten? Dat was vorige keer een schromelijke flop. Pannekoek was van niets of niemand meer zeker. Want hoe de dader vorige keer wist dat Pannekoek zijn hele team had ingezet om hem of haar te ontmaskeren was een raadsel. Toeval? Iemand uit het team zelf? Alle pistes openhouden was altijd de beste optie.

Pannekoek rijdt intussen in Berchem de Antwerpse Ring op.

Te laat …

“Godverdomme, klote-file”, sakkert Pannekoek.

De Antwerpse Ring zit potdicht.

“Op dit uur, hoe is dat nu mogelijk!”

Bumper aan bumper schuift Pannekoek meter per meter verder de Antwerpse Ring op.

Auto’s schuiven onrustig van het ene baanvak naar het andere, middelvingers worden gretig omhooggestoken naar achterliggers en bumperklevers, er wordt getoeterd, gevloekt en gegesticuleerd dat het een lieve lust is.

Pannekoek heeft het nooit gesnapt. Natuurlijk vloekt hij ook als er file is, wie niet, maar hij vloekt nooit op de andere filerijders. Begrijpen die azijnsnuiten niet dat andere filerijders geen vijanden zijn, maar lotgenoten. Zij staan evenzeer tegen hun zin in de file, zitten op dat moment in exact dezelfde miserie. Waarom dan vloeken op mekaar? Al kunnen sommige filerijders zich natuurlijk wel heel asociaal gedragen. En dat trok Pannekoek dan weer veel minder. Pechstrookrijders, bumperklevers, last-minute invoegers, daar had hij zelf ook een broertje aan dood. Die konden op zijn welgemeende en duidelijk getoonde afkeuring rekenen.

Pannekoek besluit niemand iets te zeggen, en de gok te wagen. Vanavond om 23 uur gaat hij naar de Antwerpse kathedraal. Om voor eens en voor altijd komaf te maken met deze onverkwikkelijke zaak. En om de dader eindelijk te ontmaskeren. Dat werd stilaan tijd …


DE ONTKNOPING VERSCHIJNT OP 16 JULI


<<<  T E R U G