Aflevering 10 - Een eerste spoor


Een massale zoektocht, met politiehelikopter en alles erop en eraan, heeft niks opgeleverd. De dader is met de noorderzon verdwenen aan het einde van de Scheldekaaien. Ook het tegenwoordig breed uitgerolde cameranetwerk van de Antwerpse politie raakte het spoor plots helemaal bijster.

Pannekoek kan er niet van over. Is hij nu echt de veelvoudige moordenaar doodleuk voorbijgewandeld? Had hij hem of haar nu echt gewoon kunnen inrekenen door zich om te draaien en hem of haar in de boeien te slaan? Achteraf is dat natuurlijk altijd makkelijk gezegd. Je kan niet zomaar op goed geluk mensen inrekenen, en in de gure winterkou is zowat elke mens die buiten wandelt onherkenbaar door sjaals, mutsen en tot bovenaan dichtgesnoerde winterjassen. En toch kan Pannekoek zich wel voor de kop slaan.

Hij besluit deze anekdote toch nog maar even voor zich te houden. Het doet weinig terzake, is zijn eenvoudige maar uiteraard door persoonlijke motieven ingegeven conclusie.

Intussen zijn de bluswerken aan De Waterbus in volle gang. Aan water is natuurlijk geen gebrek op deze plek. De brandweer pompt gewoon water uit de Schelde. De bluswerken duren dan ook niet langer dan een goed halfuur.

Brandweercommandant Vergauwen komt naast Pannekoek staan.

“Dezelfde dader?”, wil die meteen weten.

Vergauwen knikt.

“Ik denk van wel.”

“Dus er ligt weer een slachtoffer?”

“Ja, en opnieuw is het slachtoffer overgoten met benzine en in brand gestoken, aan de aard van de brand te zien. Alleen vrees ik dat de dader stilaan driester wordt. Dit had veel erger kunnen aflopen. Als de hele boot in brand vliegt en de brandstoftank wordt geraakt dan ontploft het hele boeltje. Dan zijn de gevolgen hier niet te overzien.”

Pannekoek schudt het hoofd.

“Wie doet er nu zoiets?”

Ook de MUG-arts zet zich bij Pannekoek en Vergauwen.

“Nieuws over het slachtoffer?”

“Voorlopig niet, helemaal verkoold, opnieuw werk voor de wetsdokter vrees ik, maar dit wordt een hele lastige qua identificatie”, is het verdict van de arts.

Pannekoek onderdrukt een luide vloek.

“Weten ze al wie het slachtoffer van het MAS was?”, wil de MUG-arts weten.

Pannekoek schudt het hoofd.

“De Peuter is ermee bezig, maar de zaken volgen zo snel op mekaar dat het moeilijk is om iets ordentelijk te onderzoeken. Ik hoop het snel te weten te komen.”

“Fascinerende zaak”, zegt de MUG-arts plots.

“Huh?”

“Toch fascinerend, zo’n zaak?”

“Goh, fascinerend zou ik niet zeggen.”

“Interessant dan”, lacht de MUG-arts.

“Als jij het zegt.”

“Ben jij niet gefascineerd door moordenaars dan?”

“Gefascineerd is zo’n raar woord, ik zoek graag uit wat zo iemand drijft, dat wel. Al is het vaak simpel. Frustratie. Wraak. Of de twee samen.”

“Dat bedoel ik”, zegt de MUG-arts terwijl hij terug naar zijn collega’s wandelt, “fascinerend dus”.

Intussen is ook Jorn Devries aangekomen aan het Steenplein.

“Och, dag vriendje, ze hebben je toch niet uit je warme bedje gebeld? Foei foei toch.”

“Sorry chef, mijn GSM stond op stil, ik dacht eens goed door te slapen na die lange werkdagen van de laatste week, ik zag je bericht toen ik even wakker werd.”

“Altijd bereikbaar zijn, daar begint het mee voor elke rechercheur”, zegt Pannekoek wat nors.

“Ja, sorry chef, echt sorry.”

“Nog iets te weten gekomen gisteren?”

“Goh, misschien wel, ik heb niet alleen de camerabeelden van voor de branden bekeken, maar ook die van tijdens de bluswerken, en dezelfde persoon, een man, staat elke keer tussen de mensenmassa toe te kijken bij de bluswerken. Ietwat verdoken, maar toch herkenbaar.”

“Iemand die in de buurt woont misschien”, mengt Vergauwen zich in het gesprek.

“Die in de buurt woont van het MAS, de Zoo en het Rubenshuis? Grote villa dan”, lacht Pannekoek.

“Ook waar”, zegt Vergauwen lachend, “ik moei me er al niet meer mee. Succes!”

Hij loopt weer naar zijn brandweercollega’s.

“Het is geweten dat een pyromaan graag zijn ravages bekijkt”, zegt Pannekoek, “heb je een foto bij van die kerel?”

“Ik heb een kopie op mijn Ipad staan, hij ligt in de auto.”

“Gaan halen, nu! En volgende keer direct melden als er zoiets is.”

“Oké chef, sorry chef.”

Devries snelt naar zijn wagen.

Intussen is commissaris Waterschoot aangekomen op de plaats van de vierde brand. Hij zegt zich naast Pannekoek.

“Pino.”

“Commissaris.”

“Al nieuws?”

“Er komt schot in de zaak, de dader wordt driester, maar begint fouten te maken.”

“Fouten?”

“Ja, voor hetzelfde geld had ik hem daarstraks.”

“Hoezo?”

“Wel, ik was hier aan het wandelen, en … euh …”

“En euh wat?”

“En … euh … welja voor hetzelfde geld … euh … was ik hem tegengekomen hé.”

Commissaris Waterschoot kijkt Pannekoek wat verbaasd aan.

“Is dat een fout?”

“Je snapt wel wat ik bedoel …”

“Niet echt nee, maar soit, hou me op de hoogte van het verdere onderzoek.”

“Doe ik commissaris!”

“En … euh … Pannekoek … hou die kwiet van de Gazet uit de buurt.”

“Sam Van Beek?”

“Ja, hij belt me drie keer per dag of er nieuws is.”

“Ja commissaris, mij volgt hij ook overal, tot aan mijn voordeur toe. Het is al raar dat hij hier nog niet is.”

“Hou hem in de gaten Pannekoek, hij is me te gretig, hij zou het onderzoek zo wel eens kunnen hinderen, als hij te lastig wordt pakken we hem op.”

“Op welke basis?”

“Obstructie van het onderzoek of zo. We verzinnen wel iets.”

“Kijk daar maar mee uit commissaris, dan ga je wat zien verschijnen in zijn krant als we hem als journalist oppakken omdat hij een zaak probeert uit te spitten.”

“Wat gaan we dan zien verschijnen Pannekoek?”

“Dan maken ze ons met de grond gelijk in die krant, je weet wat ik altijd zeg commissaris, met een krant kun je vliegen letterlijk doodmeppen, en mensen figuurlijk.”

“Mja, misschien wel, maar hou hem toch maar uit de buurt. Ik vertrouw de kerel niet.”

“Ik doe mijn best.”

In de verte komt Devries terug aangelopen. Hij heeft zijn Ipad onder zijn arm.

Hij struikelt in al zijn haast over de stoeprand aan het begin van het Steenplein en laat de Ipad-tas op de grond vallen.

“Devries godverdekke, kijk toch uit man.”

Als Pannekoek ‘Devries’ zei in plaats van ‘Jorn’ was hij kwaad. Dat wist Devries maar al te goed.

“Ja, ik val niet met opzet hé chef …”, zegt hij verontschuldigend.

“Het zou er nog moeten bijkomen.”

Devries haalt de Ipad uit de tas.

Hij probeert hem aan te zetten. Er gebeurt niks.

“Oei …”, zegt Devries wat stuntelig.

“Zeg dat het niet waar is hé vriend.”

“Mja, hij doet niet veel.”

Devries schudt wat met de Ipad.

“Schudden gaat niet veel helpen hé Devries, het is een Ipad, geen fles hoestsiroop.”

Plots licht het scherm op.

“En hop”, beweegt Devries met zijn hand over de Ipad als was hij David Copperfield.

“Magic!”

Pannekoek lacht flauwtjes maar opgelucht.

“Komaan Mister Magic, die foto!”

Devries start de Ipad op en scrolt wat door zijn bestanden.

Plots stopt hij.

“Dit is hem.”

Hij draait de Ipad in de richting van Pannekoek.

“Wat??” roept Pannekoek verontwaardigd.


AFLEVERING 11 VERSCHIJNT OP 5 JUNI


<<<  T E R U G